CDA en JA21 scoren in peilingen, maar succes rust niet op stevig fundament | LC commentaar
In dit artikel:
Vijf partijen — CDA, VVD, NSC, JA21 en ChristenUnie — organiseerden zaterdag partijcongressen in aanloop naar de verkiezingen van 29 oktober. De NOS bestempelde de opeenvolging al als een soort “Super Saturday”. De bijeenkomsten lieten duidelijke contrasten in sfeer en voortekenen zien.
Het somberst was het NSC-congres in sportcomplex Omnisport in Apeldoorn: vele lege stoelen en afwezigheid van oprichter Pieter Omtzigt en ex-fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven. Met momenteel 19 Kamerzetels loopt NSC volgens peilingen het risico terug te vallen naar ongeveer twee zetels. Lijsttrekker Eddy van Hijum probeerde de stemming op te krikken met een vergelijking met voetbalclub Vitesse, maar die analogie kwam kwetsbaar over gezien de clubproblemen.
Bij de VVD heerste een enigszins geforceerde eenheidspresentatie; partijtop wilde uitstralen dat men massaal achter Dilan Yeşilgöz staat, terwijl intern zorgen merkbaar zijn. Veel uitgelatener waren JA21 en vooral het CDA, die volgens peilingen fors winnen: JA21 gemiddeld rond de 10 zetels (nu 1), het CDA rond 23 (nu 5).
Het succes van CDA en JA21 wordt vooral toegeschreven aan hun inzet op ‘fatsoen’ en terugkeer naar meer beleefde politiek — een boodschap die aanspreekt bij kiezers vermoeid van verdeeldheid en wantrouwen in Den Haag. Tegelijk profiteert die winst van zwakte bij concurrenten: het CDA heeft voordeel van het wegvallen van BBB en NSC, JA21 plukt vruchten van VVD-leiderschapproblemen en teleurgestelde PVV-achterban over kabinet Schoof. Conclusie van de commentaarlijn: hoewel CDA en JA21 nu sterk scoren in peilingen, rust dat succes niet op een stevig, duurzaam fundament.