Boer en natuur in de wachtkamer in de begroting van Landbouw
In dit artikel:
De rijksbegroting van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur biedt nauwelijks ruimte voor klimaat- en transitie-investeringen, waardoor ingrepen voor natuurherstel en landbouwvernieuwing stokeren. Omdat het kabinet demissionair is, bouwt de begroting voor 2026 grotendeels voort op het eerdere 'startpakket' en bevat hij weinig nieuwe beleidsstappen.
De Raad van State vindt de maatregelen onvolledig om klimaatdoelen te halen; het Planbureau voor de Leefomgeving schat de kans dat de 2030-doelen worden gehaald op minder dan 5 procent. Demissionair minister Femke Wiersma (BBB) legt een afgeslankte begroting van 2,6 miljard euro voor. Het grootste deel gaat naar innovatie en naar de ontwikkeling van ‘doelsturing’—een systeem waarin boeren een individuele stikstofnorm krijgen en zelf bepalen hoe ze daaraan voldoen. Voor die uitwerking is 850 miljoen euro gereserveerd; 450 miljoen is bestemd voor innovatie en 425 miljoen voor vrijwillige uitkoopregelingen. Deskundigen berekenden eerder dat ongeveer 21 miljard nodig is om de stikstofdoelen te halen.
Belanghebbenden reageren verdeeld: de LTO waarschuwt dat uitstel schadelijk is voor boeren en economie en roept op niet te blokkeren, terwijl milieuorganisaties de begroting teleurstellend noemen en vragen om meer gerichte besteding aan boeren die op natuurinclusieve wijze willen doorgaan. Kritiek richt zich vooral op het ontbreken van duidelijke regie en op het feit dat doelsturing en bewezen innovaties tijd vergen.