Boeken luisteren in plaats van lezen: hoe goed is dat eigenlijk voor je brein?
In dit artikel:
In Nederland groeit het luisteren naar boeken snel: uit cijfers van Stichting Lezen blijkt dat 26 procent van de Nederlanders in 2024 wel eens naar een voorgelezen boek of luisterboek luistert, tegen 9 procent in 2016 — bijna een verdrievoudiging. Luisterboeken worden onderweg en tijdens klusjes veel gebruikt: op de fiets, in de auto, bij het sporten of tijdens het huishouden, en ook bibliotheken en abonnementsdiensten spelen daarin een rol.
Onderzoekers benadrukken dat luisteren en lezen beide positieve effecten hebben, maar niet volledig hetzelfde zijn. Taal- en onderwijswetenschapper Marjolein Deunk (Rijksuniversiteit Groningen) wijst erop dat wie zijn leesvaardigheid wil versterken echt “leeskilometers” moet maken door zelf te lezen; luisteren is een waardevolle aanvulling, maar geen volledige vervanging. Zelf lezen geeft bovendien controle over tempo, het bladert terug of vooruit en het maken van visuele verbindingen met spelling, interpunctie en illustraties — aspecten die vooral voor beginnende lezers en schrijvers belangrijk zijn.
Neurowetenschapper Kristen Willeumier legt uit dat luisterboeken vergelijkbare hersengebieden activeren als lezen: beide vereisen concentratie, onthouden van details en tekstbegrip. Of informatie beter blijft hangen bij lezen of luisteren verschilt per persoon; sommige onderzoeken wijzen wel op beter geheugen bij daadwerkelijk lezen. Daarnaast noemen experts en organisaties ook specifieke voordelen van audioboeken: ze verlagen de drempel voor mensen die minder van plaatjes of teksten houden, bieden ontspanning en maken lezen mogelijk voor drukbezette mensen die anders geen tijd zouden hebben.
Luisterervaringen kunnen ook emotioneel sterker binnenkomen. Een expressieve voorlezing activeert emotionele circuits in de hersenen en kan zo empathie en levendigheid van verhalen vergroten. Voor kinderen blijft voorlezen thuis cruciaal: wie tussen zeven en tien vaak wordt voorgelezen, ontwikkelt gemiddeld een grotere woordenschat, beter leesbegrip en meer leesmotivatie — voordelen die later doorwerken.
Persoonlijke voorbeelden illustreren de praktijk: An Bierman (69) uit Annen ontdekte twee jaar geleden luisterboeken via haar dochter en gebruikt ze dagelijks tijdens taken en vervoer. Door dyslexie haalt ze zo veel meer boeken weg dan voorheen; ze heeft vaak één oortje in en luistert breed: van geschiedenis tot romans. Schrijfster en inlezer Lisette Jonkman noemt praktische regels voor inspreken — geen overdreven stemmetjes, let op mondgeluiden en gebruik nabewerking om ruis te verminderen — maar zelfs dan sluipen soms onverwachte geluiden zoals een knorrende maag in de opname.
Kort gezegd: zowel lezen als luisteren stimuleren je brein en verrijken je taalervaring, maar ze doen dat op deels verschillende manieren; luisterboeken zijn vooral een toegankelijk en flexibel aanvullend medium.