Blijdschap bij de een, hard gelag voor de ander; verdeling cultuursubsidie zorgt voor gemengde reacties
In dit artikel:
De recente herverdeling van provinciale cultuursubsidies in Friesland leidt tot gemengde reacties bij verschillende instellingen. Het Fries Landbouwmuseum en Museum Hindeloopen kregen evenveel punten van de adviescommissie, maar er is onvoldoende budget om beide musea te subsidiëren voor de periode 2026-2028. Directeur Peter Wester van het Landbouwmuseum benadrukt dat het ontbreken van subsidie grote financiële problemen kan betekenen voor het museum, zeker nu ze ambitieuze uitbreidingsplannen hebben. Hij roept de provincie op het totaalbudget te verhogen zodat er niet tussen deze musea hoeft te worden gekozen. Ook Koen Eekma, voorzitter van Museum Hindeloopen, hoopt op financiële steun om hun recent gerenoveerde en toegankelijke gebouw verder te ontwikkelen, onder meer op het gebied van opslag en educatie.
Tegelijkertijd is de teleurstelling groot bij Meeuw Jonge Theatermakers in Leeuwarden, dat eerder ruim 275.000 euro per jaar ontving, maar nu geen subsidie meer krijgt. Artistiek leider Hilde Mulder noemt het een zware klap, vooral omdat Meeuw een cruciale rol speelt in de talentontwikkeling binnen de Friese theaterscene. Het gezelschap bereidt acties voor en roept de provincie op niet stil te blijven. Ook dansgezelschap Ivgy&Greben wordt getroffen door het stoppen van subsidiegelden. Met slechts 29 punten net onder de subsidiegrens zijn zij genoodzaakt het gezelschap af te bouwen, wat volgens hen het failliet van professionele dans in Friesland betekent.
Positiever nieuws is er voor theatergezelschap Firma Draaijer&De Vries dat voor het eerst provinciale subsidie ontvangt: jaarlijks 135.000 euro. De subsidie betekent voor hen een droom die uitkomt en biedt kansen om de komende jaren voorstellingen te maken die sterk geworteld zijn in de Friese cultuur. Deze subsidieronde onderstreept het spanningsveld tussen beperkte middelen en de wens om culturele instellingen in Friesland te ondersteunen, waarbij sommige instellingen stranden en andere juist kansen krijgen om te groeien.