Bijna een jaar na de val van Assad: Fatima wil terug naar Syrië, Mohammed nooit
In dit artikel:
Bijna een jaar na de val van Bashar al‑Assad reageren Syriërs in Friesland verdeeld: sommige gezinnen overwegen terugkeer, anderen zien dat als risicovol. De machtswisseling in december 2024 heeft volgens terugkerenden het einde van een harde dictatuur gebracht: de dienstplicht zou zijn afgeschaft, controleposten zijn grotendeels verdwenen en reizen tussen provincies is weer mogelijk. Fatima Nouh uit Leeuwarden bezocht deze zomer Damascus en Idlib en beschrijft een opgeluchte sfeer, maar ook zware economische problemen en veel verwoeste woonwijken zoals Daraya.
Cijfers tonen grote beweging: ruim een miljoen Syriërs keerde vanuit het buitenland terug en ongeveer 1,8 miljoen mensen verhuisden binnen Syrië terug naar hun oude woonplaats. In Nederland leidt de veranderde situatie ertoe dat de overheid Syrië als minder gevaarlijk beoordeelt, waardoor asielaanvragen vaker worden afgewezen en dit jaar circa 700 mensen vrijwillig terugkeerden met hulp van de Nederlandse Dienst Terugkeer en Vertrek.
Toch blijft terugkeer voor velen onwenselijk of onveilig. Advocaat en statushouder Mohammed Halloum uit Leeuwarden zegt dat minderheden het moeilijker hebben gekregen; hij signaleert uitsluiting en toenemende macht voor radicale soennitische groepen en wijst op geweld tegen alawieten, druzen en christenen. Andere Syrische vluchtelingen in Friesland geven uiteenlopende motieven: sommigen, wegens werkloosheid en uitzichtloosheid in Nederland, vullen formulieren voor vrijwillige terugkeer in; weer anderen, zoals Naaji Ahmad, wachten eerst op een gematigde regering en betere veiligheid na incidenten met gewapende groepen in regio’s als Manbij.
De Nederlandse regeling (vluchtkaart plus tijdelijke toelage van 5.000 euro per volwassene en 2.500 euro per kind voor terugkeerders tussen 17 november en 31 december) versnelt sommige beslissingen, maar de combinatie van verbeterde veiligheid in grote delen van Syrië en aanhoudende dreiging voor minderheden en verwoeste infrastructuur houdt veel Syriërs voorlopig daar waar ze nu zijn.