Belastingvoordeel youngtimer op de wip: autobranche vreest slagveld
In dit artikel:
De Eerste Kamer beslist maandag en dinsdag over het voortbestaan van de youngtimerregeling, en in Friesland bereiden autobezitters en handelaren zich voor op de mogelijke gevolgen. Youngtimers — meestal luxe merken als Volvo, Mercedes en BMW van vijftien jaar en ouder — zijn vooral populair bij zakelijke rijders vanwege een gunstig bijtellingstarief voor privégebruik van een auto van de zaak.
Eind november wijzigde de Tweede Kamer vrijwel onopgemerkt de regels: vanaf 2027 zou het belastingvoordeel alleen nog gelden voor voertuigen van 25 jaar en ouder. Dat zet de autobranche en handelaren op scherp; op het laatste moment is er gelobbyd, onder meer met een paginagrote advertentie in het Financieele Dagblad gericht aan Eerste Kamerleden.
Friese betrokkenen luiden alarm. Handelaar Klaas de Poel uit Surhuisterveen vreest dat veel kopers afhaken en dat zijn markt — waar hij vooral uit merkpassie in Mercedes handelt — daardoor krimpt. Advocaat en autobezitter Oscar van Oorschot uit Leeuwarden stuurde een brief naar alle Eerste Kamerleden en waarschuwt voor een financiële aardverschuiving: volgens zijn berekening stijgt de bijtelling voor een zestien jaar oude Mercedes van zo’n 180 euro per maand naar ongeveer 1.100 euro in het nieuwe stelsel. Van Oorschot wijst erop dat naar schatting circa 250.000 youngtimers in Nederland rijden en dat honderden garages, reparatiebedrijven en handelaren daarvan afhankelijk zijn; hij maakt zich zorgen over waardedaling zonder overgangsregeling.
Niet iedereen is even pessimistisch: Sicco Dijkstra in Sexbierum richt zich vooral op verzamelaars die uit jeugdsentiment kopen en verwacht minder directe schade voor zijn aanbod. De uitkomst in de Eerste Kamer bepaalt echter of het belastingvoordeel voor jonge klassieke auto’s blijft behouden.