Academie voor Popcultuur is onmisbaar voor culturele infrastructuur in Leeuwarden en daarbuiten | LC commentaar
In dit artikel:
De Academie voor Popcultuur (AvP), sinds 2003 in Leeuwarden onder de vlag van Minerva (onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen), staat mogelijk op het punt te verhuizen naar Groningen. De aanleiding kwam naar voren in het afscheidsinterview met Minerva-directeur Dorothea van der Meulen; volgens haar wordt onderzocht wat de “beste plek” voor de opleiding is en valt er winst te behalen door kunstopleidingen te concentreren. De Hanze zegt dat het onderwerp nog in onderzoek is en dat de kunstafdeling in reorganisatie verkeert.
De mogelijke verhuizing heeft in Friesland veel onrust gewekt. Binnen korte tijd tekenden dertig culturele instellingen uit de provincie en het Noorden een brandbrief waarin zij het grote belang van de AvP voor de regionale culturele infrastructuur benadrukken. De school levert niet alleen makers, maar ook organisatiekracht en breed inzetbare alumni voor het culturele veld van Leeuwarden en omstreken.
De AvP onderscheidt zich van andere popopleidingen: de focus ligt sterk op interdisciplinair werken, ondernemerschap, conceptontwikkeling en persoonlijke groei, in plaats van puur op technisch muzikaal vakmanschap. Dat maakt haar invloed moeilijk in louter financiële termen te vangen, maar des te wezenlijker voor het lokale culturele ecosysteem.
Historisch gezien plaatste de Hanze de AvP juist in Leeuwarden als hersteloperatie na het zogeheten Herenakkoord uit de jaren tachtig, toen veel kunstopleidingen naar Groningen gingen. Destijds werd het terugbrengen van kunstonderwijs naar Leeuwarden gezien als essentieel voor het stedelijk culturele klimaat. Die achtergrond vormt, zo betogen critici, een zwaarwegend argument om de AvP in Leeuwarden te houden. De afweging tussen efficiency en de regionale culturele impact ligt nu bij de Hanzehogeschool.