Absurd dat Bert van den Brink bij SC Cambuur vakkundig de tent wordt uitgewerkt | column Sander de Vries

In dit artikel:

Bij SC Cambuur is spanning tussen de geldschieters Pieter Kooi en Bert van den Brink opnieuw opgelaaid. Kooi, die met een lening van 8 miljoen euro en een rente van 6 procent een cruciale rol speelt in de financiering van de club en het nieuwe stadion, wordt door Van den Brink bekritiseerd vanwege de hoge rente en de grote afhankelijkheid die de club daardoor heeft. Hoewel Kooi als dé redder van Cambuur wordt gezien, stelt Van den Brink dat Kooi ook kan bijdragen door zijn rente te verlagen, zeker gezien het afhankelijke financiële model van de club.

Van den Brink, zelf bestuurslid van het stichtingsbestuur van Cambuur, kreeg weinig steun van de andere vier bestuursleden; zij distantieerden zich publiekelijk van zijn uitspraken en kondigden mogelijke vervolgstappen aan. Ook de vier belangrijkste supportersverenigingen van de club riepen op tot zijn aftreden, kort na zijn mediageuite kritiek. De steun onder de achterban voor dit standpunt blijft echter onduidelijk, mede door het snelle verloop van deze ontwikkelingen.

De situatie exposeert tevens het gebrekkige controlerende vermogen binnen Cambuur’s bestuursstructuren. De raad van commissarissen moet toezicht houden op de directie, terwijl het stichtingsbestuur op zijn beurt de raad controleert. Dit leidt tot vragen over hoe de club eind februari 2024 nog kon beweren dat alle rente en aflossingen voldaan konden worden, terwijl kort daarna een reddingsplan werd gepresenteerd waarin de stadionlasten worden omschreven als een zware last.

In deze context lijkt Van den Brink, die naast zijn financiële bijdragen ook een onafhankelijke en kritische stem vertegenwoordigt, nu systematisch uit het bestuur te worden gedrukt. Zijn positie en bezorgdheid over de financiële afhankelijkheid van de club roepen discussie op over het bestuurlijke functioneren binnen SC Cambuur en de toekomstbestendigheid van de organisatie.