Abortus, Israël, kop soep en toeslagen. Welke keuzes maakt ChristenUnie-kandidaat Carlijn Niesink (39) uit Wirdum?
In dit artikel:
Carlijn Niesink (39) uit Wirdum, een Achterhoekse Fries die politiek actief is in Leeuwarden, staat op plek 7 van de ChristenUnielijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. In een reeks van twaalf dilemma’s tekent ze een beeld van iemand die dichtbij mensen wil staan, maar ook stevige keuzes durft te maken.
Niesink ziet raadswerk niet als een lagere trap dan Kamerwerk: lokaal ben je dicht bij inwoners, in de Tweede Kamer heb je meer invloed. Haar achtergrond is afwisselend — opgegroeid in Bontebrug, studie dramatherapie in Leeuwarden, theologie in Zwolle en tegenwoordig beleidsadviseur bij gemeente Súdwest-Fryslân — wat volgens haar verklaart waarom ze zich zowel in de Achterhoek als in Friesland thuisvoelt.
Menselijkheid en gemeenschapszin (noaberschap/mienskip) zijn centrale waarden. Dat vertaalt zich in haar opvattingen over asiel en sociale zekerheid: ze verwerpt het denken “eigen volk eerst” en pleit ervoor beide doelen te combineren. Asielzoekers moeten menswaardig worden opgevangen en de mogelijkheid krijgen om te werken en bij te dragen. Tegelijk maakt ze zich zorgen over kinderen die in armoede opgroeien; bestaanszekerheid moet aandacht houden.
Persoonlijke ervaring met schulden heeft haar politieke standpunten gevormd. Toen haar studiefinanciering en ov-kaart werden omgezet in een schuld, werd ze geconfronteerd met terugvorderingen van duizenden euro’s — uiteindelijk zo’n 13.000 euro. Dit maakt haar voorstander van een systeem met een inspanningsverplichting: wie alles doet wat mogelijk is om schulden af te lossen, kan daarna restschulden kwijtgescholden krijgen. Ook het huidige toeslagenstelsel vindt ze onhoudbaar: het creëert onzekerheid en ontmoedigt werk. Ze pleit voor een systeem dat zekerheid aan de voorkant biedt — een idee dat ook bij haar partij leeft.
Op ethische kwesties zoekt ze nuance. Als voormalig docent en jongerenwerker kiest ze voor dat laatste: langdurige begeleiding van kwetsbare jongeren heeft volgens haar meer impact. Over abortus neemt ze een genuanceerde positie in: ze oordeelt niet over vrouwen in acute situaties, maar maakt zich zorgen over de combinatie van vervroegde levensvatbaarheid en onveranderde termijnen en wil onderzoeken waarom sommige vrouwen meerdere keren abortus ondergaan.
In buitenlandse politiek toont ze duidelijke lijnen: zij bezocht Oekraïne zesmaal en ziet de oorlog als direct raakvlak voor Europese veiligheid. Ze gelooft niet in onderhandelen met Poetin en steunt sterke hulp aan Oekraïne, inclusief wapens. Tegelijkertijd keert ze zich tegen onvoorwaardelijke steun aan Israël: ze onderscheidt het volk van de huidige politieke macht en vindt dat kritiek op politieke keuzes moet kunnen, terwijl ze ook de enorme nood en gegijzelden erkent. Over hulp aan illegalen reageert ze principieel menselijk — zij zal blijven helpen als het helpen criminaliseert.
Ten slotte: regeren met compromissen is vaak nodig, maar niet ten koste van fundamentele waarden als medemenselijkheid en de rechtsstaat; wanneer die in gevaar zijn, kiest ze voor principiële oppositie. Deze portretreeks verscheen in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen.